Sunday, August 25, 2024

21. Klets maar raak.


"Niets dan holle woorden" concludeert Dalida als haar -toenmalige geheime- geliefde Alain Delon zijn zaak nog probeert te bepleiten met wollige romantiek en met ronkende zinnen aankomt zoals: "Jij bent voor mij de enige muziek die sterren doet dansen boven de duinen" en "Als je al niet bestond zou ik je uitvinden". Liefde op z'n Frans, de mannelijke variant. Klinkt sexy en goed- vinden ze zelf. Bijna poëtisch- in elk geval goed voor meermalig gebruik.
''Dank je zeer, maar hou ze maar, hoor, die sterren boven die duinen" vindt Dalida dan ook, "Geef ze maar aan een ander, die daar nog wel intrapt". 

Alain Delon, 18 augustus jongstleden overleden, was een eenzaat, die zijn liefde beter kwijt kon aan zijn honden dan bij zijn vrouwen. En daar had hij er toch veel van - een koud kunstje om ze te versieren, knappe vent die hij was- voor korte of langere tijd maar hij verliet ze altijd weer.
Soms liet hij een of meerdere kinderen bij ze achter, waarvan hij de meesten wel erkende als zijn kinderen maar degene die werkelijk een spitting image van hem was, Ari Boulogne, verwekt bij de zangeres Nico, die heeft hij nooit erkend. Wat krankzinnig was, de man keek hetzelfde, praatte hetzelfde als zijn vader. DNA test totaal overbodig.
Wat een knappe mannen, allebei, met van die doordringende ogen. Maar allebei doodongelukkig. Onveilig gehecht heet dat tegenwoordig. Dat waren ze allebei, ieder op zijn eigen manier. Zijn andere kinderen vochten voor Delons dood elkaar al de tent uit. Zij hebben dezelfde genen als hun vader en daarmee eenzelfde soort historie geërfd: drugs, criminele vriendjes, rusteloos, ongelukkig. 

Zelfs de laatste hond die Alain Delon bezat, is nu 'vaderloos'. Delon's wens was dat men de hond zou laten inslapen en samen met hem zou begraven, omdat volgens Delon de hond anders te ongelukkig zou zijn omdat zijn baas er niet meer was. Zijn kinderen beslisten anders, misschien ook onder druk van de publieke opinie, die daar schande van sprak: de hond is pas 10 jaar en kerngezond. Die kan elders nog een goed tweede leven krijgen dus geen spuitje voor hem!
Tsja...


"Que tu es belle, que tu es belle, que tu es belle" murmelt Delon aan het eind van het "Paroles".
Qu' ils étaient beaux. Maar wat kochten ze daar uiteindelijk voor?

Wednesday, August 14, 2024

20. Sequoia's stumblin' in.

"You were so young, I was a freak" 

Het was net na het ontbijt, ik had op Spotify gekeken naar 'n leuk muziekje. "Doe mijn liedje maar, die van voetbal van 1988!" suggereerde Sequoia. Eh, nou neeee!!!
Voor deze ochtend, waar de temperatuur om 11 uur al bijna de 30 graden aantikte, had Spotify ''SUMMER MIX'' gedacht. Ok, doe maar dan. Laat maar horen.
'Stumblin' in" was de verrassende opener van de mix, helaas niet in de oeruitvoering van Suzi Quatro en Chris Norman maar in een sterk verwaterde boemklap deep house versie van ene Cyril uit 2023, wat nu een grote hit is. Zelfs de boemklap en de zogenaamd zomerse maar electronisch verdunde marimba-achtige krijgen de ijzersterke song niet kapot. 


Het is in deze versie zeker op Sequoia's playlist beland want mijn kleinzoon met zijn heerlijk heldere stemmetje zingt het moeiteloos mee. Ik doe de Suzi Quatro...if only....
Het is jammer dat er niet constant een tape in de aanslag staat in je hoofd, klaar om dit soort vocale gebeurtenisjes op te kunnen nemen, want wij klonken eigenlijk best schattig samen.

"You were so young, oh and I was a freak"
hoor ik opeens tussen al het echte Engels, brabbel Engels en pseudo Engels, kortom de Koyaversie van Engels van de tekst. Ik schiet in de lach en kijk opzij maar moet mijn lachbui verbijten want er zit een heel ernstig bekje naast me dat heel toegewijd zit mee te zingen. Zuiver, precies op toon en hard.
Met een brok in de keel moet ik verder zingen. Niet zo zuiver meer, beetje schor door de toeslaande ontroering, te weeg gebracht door dat allerliefste 7-jarige freakje van me.

In 1978 werd het origineel opgenomen. Waarom deze twee samen?  Waarschijnlijk omdat zij zich beiden in de 'stal' van Chinn & Chapman  bevonden, roemruchte Glamrock producers, die toen hits aan de lopende band scoorden. Suzi Quatro was overgehaald om naar Groot Brittannië te komen omdat het met haar carrière in de U.S.A. niet zo wilde vlotten. Met de band Smokie liep het allemaal niet zo best meer.  Twee gruizige stemmen, die toch uitstekend bij elkaar pasten, ontdekte men toen Chinnichap Smokie als achtergrondband op Suzi's "If you can't give me love" lieten zingen en spelen.
Een geheide hit bleek dat te zijn, die herhaald en sterk verbeterd werd met `Stumblin´ in`.

 

Monday, August 5, 2024

19. Close harmony reggae met zachte G.

"Tijd genoeg van en voor Doe Maar.

IJle akkoorden op 'n elektrische gitaar, als witte windveren aan een blauwe hemel, uiteen geblazen door een warme zuidenwind. Aftastende, haast plagerige plukjes aan de basgitaar en wow, daar trekt opeens de boel strak samen en komt die lome reggaebeat erin. Dubdubdub echootje. Daar overheen de zwoele slaapkamerstem van Ernst, zoon van Jopie.
"Ze zeggen...", daar werd ik wakker mee vanmorgen. 

Ze zeggen zoveel.

Dat dit een een lichtgewicht popbandje was.
Laat ze maar lullen. 

Man, man, wat een puike muzikanten waren het, dat Doe Maar van Ernst Jansz, Henny Vrienten, René van Collum en Jan Hendriks- en Joost Belinfante op mondharmonica. Moet je dat toch horen, hoe ze skanken! Wat een riddims! Wat een spelplezier. 

''Ahahahah'' zingzucht de close harmony achter Ernst: "regen regen regen...', het koortje waar Henny toch wel de stem- en sfeerbepaler van was, mét zachte g.
Die heerlijke jazzy gitaarsolo! George B.? Wes M.? Nee: Jan H.! De toetsen van Ernst. Zelfs Joost blies redelijk geserreerd, binnen de lijntjes.

Ik stuitte gisteren op "Het beste van Doe Maar" bij het weer eens ordenen van de cd collectie. Een afgeschreven cd van de Amsterdamse diskotheek. Een onverlaat had de laatste twee nummers op de cd zodanig mishandeld dat het alleen nog maar dubdubdub was geworden. Maar de rest is nog intact. En hoe! 
Genoeg om te horen hoe die gasten altijd schromelijk onderschat zijn, ook door mij. Het was toen kennelijk te moeilijk om door de meisjeshysterie heen te kijken en gewoon te luisteren.

Trouwens, "Rumah saya"? Dat was toch wel de Molenbeekstraat, waar we op Jopie's verjaardag altijd met z´n allen  Indische liedjes zongen, hoor!

Tijd genoeg?
Aduh, steeds minder...

Friday, August 2, 2024

18. Niets is wat het lijkt.

Zo blijkt dit geen zomerhit, al heeft het er op het eerste gehoor alle schijn van.
Het lied `Águas de Março`, wat al decennialang op gezette tijden in mijn hoofd hangt, net zoals vanmorgen weer, werd gecomponeerd door Antonio Carlos Jobim en gezongen door Elis Regina samen met Jobim zelf. Het werd ooit tot het beste Braziliaanse lied verkozen en jeetje, daar is iets voor te zeggen want wat is het toch geniaal. Alles klopt eraan: de slimme tekstuele vondsten, de ritmiek van de tekst en muziek, de perfect op elkaar afgestemde zang, de instrumenten.
De bossanova ('nieuwe trend') gitaarakkoorden waarmee het lied opent, de kleine accentjes met enkele´pling pling´ pianotoetsen als regendruppels op warm asfalt. Ze waren er maar zijn meteen weer weg. Verdampt.

Alles zo luchtig en elegant.

Het lied vloeit als water, naar beneden, naar beneden, als een frisse, kristalheldere bergstroom- zeker niet als een brullende bergbeek, gevoed door overvloedige regenval, zoals de tekst suggereert.
Er waait een luchtig zomerbriesje door het liedje, geen loeiende storm.
Elis Regina’s stem klinkt haast onderkoeld en zilverig als zo'n bergbeek, soepel swingend en je zou haar haast schattig en onschuldig noemen als je niet beter wist. Haar bijnaam was ‘Orkaan’! Vanwege haar stormachtige, grillige, verwoestende temperament. Maar wat een talent!

Zij ging al op 36-jarige leeftijd ten onder in enorme hoeveelheden cocaïne, slaapmiddelen en drank, waarmee zij waarschijnlijk haar innerlijke demonen probeerde te bezweren. Maartse buien, mijn wel zeer vrije vertaling van “De wateren van Maart”.

Maartse buien zijn bij ons op het noordelijk halfrond een teken van hoop. Als laatste stuiptrekkingen van de winter, kondigen zij de overgang naar licht en lente aan en daarachter zelfs wellicht, wulps lonkend, een zonnige zomer. In Brazilië kondigen de Maartse buien echter een zompig en benauwd, maandenlang durend regenseizoen aan. Het Maartse water begint met striemende regen, woeste stormen, overstromingen, modder, kikkers, slangen, dood en staat daar voor het einde van de ‘zomer’, het einde van het droge seizoen. Maartse buien zorgen daar voor een drukkende melancholie, waar ze bij ons een belofte naar iets hoopvols en moois inhouden. Let wel: een belofte. Of die wordt ingelost is een heel ander verhaal.

Schijn bedriegt.

Maartse buien in de herfst. Een gepijnigde ziel met een zorgeloze stem.
Hoop en melancholie, allebei opgewekt door Maartse buien. Een liefelijk klinkend licht liedje over voetangels en strikken, stroppen en haken, dood en meegesleurd worden, modder, modder en modder. Een lied dat naar hoogzomer klinkt maar over gedonder in de glazen gaat.
Ik wil maar zeggen: niets is wat het lijkt.

Águas de Março

É pau, é pedra, é o fim do caminho. É um resto de toco, é um pouco sozinho. É um caco de vidro, é a vida, é o sol É a noite, é a morte, é o laço é o anzol. É Peroba do campo, é o nó da madeira Caingá, Candeia, é o Matita Pereira.

É madeira de vento, tombo da ribanceira. É o mistério profundo, é o queira ou não queira. É o vento ventando, é o fim da ladeira. É a viga, é o vão, festa da cumieira. É a chuva chovendo, é conversa ribeira. Das águas de março, é o fim da canseira. É o pé, é o chão, é a marcha estradeira Passarinho na mão, pedra de atiradeira.

Uma ave no céu, uma ave no chão. É um regato, é uma fonte, é um pedaço de pão. É o fundo do poço, é o fim do caminho No rosto o desgosto, é um pouco sozinho.

É um estrepe, é um prego, é uma ponta, é um ponto. É um pingo pingando, é uma conta, é um conto. É um peixe, é um gesto, é uma prata brilhando

É a luz da manhã, é o tijolo chegando. É a lenha, é o dia, é o fim da picada. É a garrafa de cana, o estilhaço na estrada. É o projeto da casa, é o corpo na cama. É o carro enguiçado, é a lama, é a lama.

É um passo, é uma ponte, é um sapo, é uma rã. É um resto de mato, na luz da manhã São as águas de março fechando o verão. É a promessa de vida no teu coração.

É uma cobra, é um pau, é João, é José. É um espinho na mão, é um corte no pé. São as águas de março fechando o verão. É a promessa de vida no teu coração. É pau, é pedra, é o fim do caminho. É um resto de toco, é um pouco sozinho. É um passo, é uma ponte, é um sapo, é uma rã. É um belo horizonte, é uma febre terçã.

São as águas de março fechando o verão. É a promessa de vida no teu coração.


Maartse buien*.

´t is ´n stok, ´t is ´n steen, ´t is het eind van de weg. ´t is de rest van ´n stomp, ´t is een beetje alleen. ´t

Is een scherf glas, ´t is het leven, ´t is de zon, t is de nacht, ´t is de dood, ´t is de strop en de haak. ´t Is Peroba do campo, ´t is hout van de Caingá, Candeia (3 Braziliaanse boomsoorten), ´t is Matita Pereira (vogel).


't Is waaibomenhout dat van de oever af rolt. ´t Is het diepe mysterie, of je 't nou wilt of niet. ´t Is de wind die waait, het is het einde van de helling.

´t Is de balk, ´t is het gat, ´t is het feest in de nok. ´t Is de regen die neervalt, ´t is gebabbel van 'n beek. De wateren van maart betekenen een eind aan de vermoeidheid. ´t Is de voet, ´t is de grond, ´t is de weg die je loopt. ´n Vogel in de hand,´ n steen in de slinger.

´n Vogel in de lucht, ´n vogel op de grond. ´t Is een beek, ´t is een fontein, ´t is een stuk brood. ´t Is de bodem van de put, ´t Is het eind van de weg. Geen gezicht noch walging. ´t Is een beetje eenzaam.


´t Is een voetangel, ´t is een spijker, ´t is een punt, ´t is een stip. ´t Is een druipende druppel, ´t is een rekening, ´t is een verhaal. ´t Is een vis, ´t is een gebaar, ´t is glanzend zilver.


´t Is het ochtendlicht, ´t is de steen die eraan komt. ´t Is het brandhout, ´t is de dag, ´t is het einde van het pad. ´t Is de fles met rum, de granaatscherven op de weg. ´t Is ´t ontwerp van het huis, ´t is het lichaam in bed. ´t Is de vastgelopen auto, ´t is de modder, ´t is de modder.


´t Is een stap, ´t is een brug, ´t is een pad, ´t is een kikker. ´t Is een overblijfsel van het bos, in het ochtendlicht. ´ t Zijn de wateren van maart die de zomer afsluiten. ´t Is de belofte van leven in je hart.


´t Is een slang, ´t is een stok, ´t is João, ´t is José. ´t Is een doorn in de hand, ´t is een snee in de voet. ´t zijn de wateren van maart die de zomer afsluiten. ´t is de belofte van leven in je hart.

´t is hout, ´t is steen, ´t is het eind van de weg. ´t Is een stomp, ´t is een beetje alleen. ´t Is een stap, ´t is een brug, ´t is een pad, ´t is een kikker. ´t Is een prachtige horizon, ´t is de derdedaagse koorts (malaria).


´t Zijn de wateren van maart die de zomer afsluiten. ´t Is de belofte van leven in je hart.


*Mijn wat lompe, vrij letterlijke vertaling. In het Braziliaans is het een prachtig gedicht.



God is een stalker en Christus huilt diamanten...

Lust U nog peultjes? Berghain: Rosalía loopt een donkere kamer in en schuift de gordijnen met een ruk open. Vivaldi-achtige barreolages bu...