Was Amsterdam burning?
Bepaald niet. Misschien hadden ze hun tour niet de 'Impossible Mission Tour' moeten noemen, dat werkte wellicht als een self fullfilling prophesy...
Wat ik me herinner van het Amsterdamse concert van The Clash op 10 mei 1981 is een misschien nét voor de helft gevulde Jaap Edenhal.
Koud, sfeerloos, groot en hol.
Belachelijk toch? The Clash! Een van de beste punkbands- wat mij betreft ook muzikaal veel beter dan de Sex Pistols, toen de absolute koplopers van de Britse punkbeweging.
Waar de Sex Pistols van hun manager de opdracht meekregen overal tegenaan te trappen en nietsontziend alles kapot te maken en onrust te stoken door provocaties op velerlei vlak, waren de mannen van de Clash, in elk geval Joe Graham Mellor zoals Joe Strummer in het echt heette, veel meer politiek bewust en écht begaan met het lot van de Britse lower & middle classes, die ernstig te lijden hadden van de Iron Lady's nietsontziende beleid.
Waar de Sex Pistols een afgesproken act opvoerden om zoveel mogelijk reuring te veroorzaken- wat veel geld in het laatje moest brengen- wilde The Clash echt ondersteunen, integer en begaan met minder bedeelden als ze waren, wars van valse showelementen, die alleen maar aandacht van de goede zaak af zouden leiden. De Sex Pistols 'bedienden' eigenlijk een vrij elitaire ''witte'' markt, The Clash verwerkten ook muzikale invloeden uit bijvoorbeeld Jamaica in hun muziek waardoor zij meer mensen aanspraken dan slechts het 'witte'' segment.
.
Hoe het ook zij, Amsterdam liep toen in elk geval bepaald niet warm voor de boodschap van The Clash, dat was wel duidelijk. In Nederland waren de sociale misstanden minder navrant dan die in Thatcher´s 'Not So Great' Britain. Wellicht spraken daardoor de teksten hier minder aan?
Als The Clash geboekt was in Paradiso was die zaal waarschijnlijk afgeladen geweest. De Jaap Edenhal was niet geschikt voor popgroepen als The Clash. Publieksparticipatie werd bemoeilijkt door het belabberde geluid dat al verwaaide op de helft van de zaal.
Daardoor droop een deel van het publiek, dát er nog was, ook nog voortijdig af.
De gedrevenheid van Joe Strummer.
Het concert opende met "London calling", een opzwepende oproep aan de jonge mensen om uit de kast te komen, de straat op te gaan en hun rechten op te eisen.
Joe Strummer, een bijnaam, die hij ooit kreeg omdat hij als straatmuzikant op 'n ukulele plukte, had een rauwe strot en een hartstochtelijke gedrevenheid waar je 'U' tegen zei.
Dat hij eruitzag als een soort James Dean - maar dan toch met zo 'n typisch Brits fish 'n' chips gebit!- was misschien wel iets dat van de goede zaak afleidde maar wat bepaald niet storend was.
Nog meer fantastische nummers speelden ze toen, over sociale misstanden waar mensen tegen in opstand kwamen. Over demonstraties die vaak uitmondden in rellen, die keihard en bloedig neergeslagen werden door Thatchers ordediensten. Over werkloosheid, armoede, racisme.
"Guns of Brixton"" "Clampdown" "I fought the law". Absolute klassiekers die nu nog net zo fris, meeslepend en urgent klinken als toen.
Zij vielen qua tijdsbestek precies in het pannetje van de punk en hun branie was dat ook absoluut maar van meet aan was hun horizon breder, in sociaal opzicht en zeker ook muzikaal gezien waren ze 'punk' al gauw ontstegen. Joe was een mix van een R&B man in de ouderwetse zin van het woord maar ook een rock 'n' roller rocker die 'n onstuitbare energie bezat om de boel eens even flink op te schudden, maatschappelijk en muzikaal. Een idealist pur sang. Zo had elk lid van de groep een specifieke inbreng, wat betreft muzikale specialiteit, smaak en creativiteit.
Zoals Joe zei: "Deze vier mensen werden samen één fantastische creatieve unit. Daar moet je niet tussen willen komen en zeker moet je daar niet mee rotzooien." Maar allerlei factoren binnen en buiten de groep dreven hen tot het uiterste. De heroïneverslaving van de drummer, de explosieve ruzies tussen bassist Paul Simonon en gitarist Mick Jones, mismanagement en overboeking, waardoor men uitgeput raakte en de boel explodeerde. In 1984 was het afgelopen met The Clash.
Mijn lied van de dag is: "Should I stay or should I go?" van The Clash. Niets geëngageerds. Geen sociale misstand in zicht. Een getergde song over aan het lijntje gehouden worden. Of je blijft of weggaat, allebei geeft het grote rotzooi. Wie kent zo'n situatie niet?
Strakke gitaren, strakke drums, strakke tekst. Geen noot teveel. Rock 'n' roll, onversneden.
Hoe het ook zij, Amsterdam liep toen in elk geval bepaald niet warm voor de boodschap van The Clash, dat was wel duidelijk. In Nederland waren de sociale misstanden minder navrant dan die in Thatcher´s 'Not So Great' Britain. Wellicht spraken daardoor de teksten hier minder aan?
Als The Clash geboekt was in Paradiso was die zaal waarschijnlijk afgeladen geweest. De Jaap Edenhal was niet geschikt voor popgroepen als The Clash. Publieksparticipatie werd bemoeilijkt door het belabberde geluid dat al verwaaide op de helft van de zaal.
Daardoor droop een deel van het publiek, dát er nog was, ook nog voortijdig af.
De gedrevenheid van Joe Strummer.
Het concert opende met "London calling", een opzwepende oproep aan de jonge mensen om uit de kast te komen, de straat op te gaan en hun rechten op te eisen.
Joe Strummer, een bijnaam, die hij ooit kreeg omdat hij als straatmuzikant op 'n ukulele plukte, had een rauwe strot en een hartstochtelijke gedrevenheid waar je 'U' tegen zei.
Dat hij eruitzag als een soort James Dean - maar dan toch met zo 'n typisch Brits fish 'n' chips gebit!- was misschien wel iets dat van de goede zaak afleidde maar wat bepaald niet storend was.
Nog meer fantastische nummers speelden ze toen, over sociale misstanden waar mensen tegen in opstand kwamen. Over demonstraties die vaak uitmondden in rellen, die keihard en bloedig neergeslagen werden door Thatchers ordediensten. Over werkloosheid, armoede, racisme.
"Guns of Brixton"" "Clampdown" "I fought the law". Absolute klassiekers die nu nog net zo fris, meeslepend en urgent klinken als toen.
Zij vielen qua tijdsbestek precies in het pannetje van de punk en hun branie was dat ook absoluut maar van meet aan was hun horizon breder, in sociaal opzicht en zeker ook muzikaal gezien waren ze 'punk' al gauw ontstegen. Joe was een mix van een R&B man in de ouderwetse zin van het woord maar ook een rock 'n' roller rocker die 'n onstuitbare energie bezat om de boel eens even flink op te schudden, maatschappelijk en muzikaal. Een idealist pur sang. Zo had elk lid van de groep een specifieke inbreng, wat betreft muzikale specialiteit, smaak en creativiteit.
Zoals Joe zei: "Deze vier mensen werden samen één fantastische creatieve unit. Daar moet je niet tussen willen komen en zeker moet je daar niet mee rotzooien." Maar allerlei factoren binnen en buiten de groep dreven hen tot het uiterste. De heroïneverslaving van de drummer, de explosieve ruzies tussen bassist Paul Simonon en gitarist Mick Jones, mismanagement en overboeking, waardoor men uitgeput raakte en de boel explodeerde. In 1984 was het afgelopen met The Clash.
Mijn lied van de dag is: "Should I stay or should I go?" van The Clash. Niets geëngageerds. Geen sociale misstand in zicht. Een getergde song over aan het lijntje gehouden worden. Of je blijft of weggaat, allebei geeft het grote rotzooi. Wie kent zo'n situatie niet?
Strakke gitaren, strakke drums, strakke tekst. Geen noot teveel. Rock 'n' roll, onversneden.



No comments:
Post a Comment