Korrel zout. Hoe dat zo?
Chet Baker's versie van dit lied en mijn persoontje werden allebei op stapel gezet begin jaren vijftig.
Vorige week, eind 2024 dus, kwam ik Val weer eens virtueel tegen, op een ´sociaal´ medium, onder het kopje `1950'. Muziek uit de 50er jaren. Mij aanbevolen door de algoritmes van Insta omdat die mij kennelijk categoriseerden onder 'oud' en 'muziekminnaar'.
Geen woord van gelogen, dat hadden de algoritmes nu eens bij het rechte eind: Dion DiMucci, Bill Evans, Chuck Berry, allemaal leuk en nu werd daar dus ook Chet Baker aan toegevoegd.
Doorschijnend bleek met ingevallen wangen. Ogen, die een verslaving zouden kunnen verraden achter een zwarte zonnebril verscholen. Archetypische junkie.
De heroïne en cocaïne hadden hem al vast in de klauwen. Zij verhinderden hem nog niet om prachtige muziek voort te kunnen brengen. Op trompet en zingend met die kenmerkende omfloerste, sexy, weemoedige toon, die hij had. Zowel op trompet als in zijn zang.
Signature song.
Het lied stamt uit de musical " Babes in arms", in 1937 door Lorenz Hart geschreven en door Richard Rodgers van muziek voorzien. Hart ventileert via een tweede persoon (de zanger van dienst) een vrij ongunstige mening over zichzelf, hij schijnt zichzelf nogal onaantrekkelijk, 'laughable' en 'funny' gevonden te hebben.
Het werd het lied waarmee Chet Baker vereenzelvigd zou gaan worden.
My funny Valentine en mijn ''kleine geschiedenis'' met Chet's Val.
Eind jaren 70 was er, ergens op de Prinsengracht, een café waar live muziek gespeeld werd. Na onze avonddienst dronk het personeel van de OBA-Muziekafdeling daar nog graag een glaasje, pratend over leven, werk en luisterend naar de muziek. Er trad die avond een Engelsman op met een blonde krullenbol en een aangename, niet heel opvallende stem, zichzelf begeleidend op gitaar. Hij voelde zich thuis bij liedjes van Fairport Convention, Marianne Faithfull, het zachtere, melodieuze werk. Op gegeven moment zette hij `My funny Valentine` in en al gauw kon je een speld horen vallen, zo weemoedig mooi zong hij, à la Chet.
Toen de laatste noten wegstierven, zat het hele publiek met een dikke brok in de keel. Wij hadden zelfs tranen in de ogen.
Ik geloof dat we nog een andere avond terug zijn gegaan om ons nogmaals zo zoet en wreed vol in het hart te laten treffen door de zanger wiens naam ik niet meer weet. Maar: the first cut is the deepest, dat moet je niet willen evenaren.
Dat was eind jaren zeventig.
De andere keer dat het lied mij zo raakte, nu wel in Chet's versie, was begin jaren negentig.
Ook weer in een café, weer na een avonddienst op een filiaal van de OBA, in Amsterdam oost.
De eigenaar van Café Museum was toen, meen ik, de Amerikaanse heer, slechte ogen enorm vergroot achter een zwarte bril met jampotglazen, die als liefhebberij 's woensdags om 10 p.m. sharp zijn DJ set startte waarin hij strikt naar eigen smaak en zo te zien met veel plezier en liefde zijn muziek draaide. Veel soul, oude R&B, rock, blues maar ook jazz. Een eclectische set dus. Gepresenteerd vanuit een eigen dj-booth, links achter in het café, hijzelve sfeerverhogend aangelicht door gekleurde spotjes.
Het was een mooi, oud café, dat je door dikke donkerbruine velours gordijnen vaneen te schuiven betrad. Dan stapte je in een ruimte ter grootte va 2 á 3 flinke huiskamers maar wel in een als knusse huiskamer aanvoelende sfeer, waar je een warm welkom tegemoet walmde: de cafémix van sigarettenrook, alcoholwalm, nat hout, aangebrande tosti's, zweet, afgemaakt met een toefje bleek of Vim.
Strijk en zet werd de DJset steeds meer laid back en zwoeler naarmate de alcohol de clientèle zoeter omarmde en ze roezig en ontvankelijk voor dit type muziek maakte. "This is music for lovers" liet de DJ zijn stem naar bronstige laagtes afdalen.Buiten was het koud en nat en er was nog een lange, lánge en koude weg af te leggen naar huis. Dat vooruitzicht werd steeds minder aanlokkelijker naarmate de avond - en het promillage- vorderde.
"My funny Valentine'' van Chet Baker was vaste prik in die set en oh, wat gleed Chet naadloos in de mood van de drie portjes, die ik dan al op had.
Dat was begin jaren negentig.
De DJ verkocht op gegeven moment zijn café en ging waarschijnlijk verder stilleven in de East Village N.Y. en de sfeer verdween met hem uit het café. Collega's verdwenen ook, werkplekken veranderden. Vriendschappen verwaterden.
Het leven ging door.
Vorige week (januari 25) werd Chet mij aanbevolen op Instagram. Twee dagen daarvoor kregen we slecht nieuws over de (on)gezondheid van een van de Café Museum kroegtijgers, die we, toen hij naar een andere werkplek verhuisde, uit het oog verloren maar nu alweer jaren een goede vriend is, met wie ooit vele uurtjes stukgeslagen zijn in Café Museum, leuterend over muziek, het leven en wat dies meer zij.


No comments:
Post a Comment